een lichtblauw haast onzichtbaar vliesje

Lena Claessen

plooit zich over ruimte tussen onze armen gespiegeld zitten we op eikenhouten eetkamerstoelen in de woonkamer van het huis splinters buigen zich naar de boog van onze ruggenwervels we gaan rechtop zitten we hebben onze handen voor onze ogen we hebben onze ogen dicht we steken onze rechterhand uit we raken elkaars handen aan we bewegen onze handen naar elkaars onderarmen bovenarmen we wachten we herinneren voorzichtig tikken we op elkaars schouders als we achterom kijken zien we onze jas aan de kapstok hangen we herkennen het we staan op alleen in de ruimte tussen ons in zijn we nog twee dezelfde mensen