Vuurland leest

Peer

Mohana van den Kronenberg
Mohana van den Kronenberg: Peer

Uitgeverij: Querido

Dit boeken lazen we in mei 2025.

Bestel

Kai moet naar tante Fee. De hele vakantie. Maar tante Fee is heel raar. Veel raarder dan je denkt. Ze loopt helemaal krom. Ze woont

Sinds ik door Vuurland weer kinderboeken ben gaan lezen, kijk ik elke keer weer uit naar het volgende kinderboek voor Vuurland Leest. Ook deze keer was het weer heerlijk: het was de eerste keer dat ik een boek uit de Tijgerlezen-serie las, een serie kinderboeken voor beginnende en moeilijke lezers, en ik ben meteen benieuwd naar de rest.

Maar goed, die rest is voor later – eerst Peer, geschreven door Mohana van den Kroonenberg en met prachtige tekeningen van Karst-Janneke Rogaar. Het is een overzichtelijk verhaal over Kai, een jongen die in eerste instantie totaal geen zin heeft om zes weken lang bij zijn rare tante te logeren, maar die erachter komt dat er in het bos meer werkelijkheid achter de fantasie schuilt dan hij had gedacht.

Het leest vlot en is grappig, en laat aan de jonge lezers hopelijk óók nog eens zien dat het soms de moeite waard is om wel ergens in te geloven, ook al vinden anderen dat misschien raar. Want: je weet nooit wat het je brengt – op z’n minst een mooi verhaal.

In Mohana van den Kroonenberg’s Peer, een sprookje geïllustreerd door Karst-Janneke Rogaar, moet de hoofdpersoon Kai zes weken in het bos bij zijn tante Fee logeren. Zijn ouders waarschuwen hem van te voren dat hij zich niet te veel wijs moet laten maken.

Als Kai een kleine wollen puntmuts in een struik vindt, stopt hij die in zijn zak. Wanneer tante Fee daarna een mutsloze kabouter in haar hand houdt, is Kai’s eerste reactie niet de verwondering die je wellicht zou verwachten, maar eerder boosheid. Misschien komt die boosheid uit het niet kunnen plaatsen van de kabouter, of uit het feit dat zijn bestaan indruist tegen de waarschuwingen van Kai’s ouders. Voor de jonge lezer is het goed om te lezen dat (aangeleerd) onbegrip vaak tot boosheid kan leiden zodra het geconfronteerd wordt met een tegenstrijdige realiteit.

De schrijver draait in dit kinderboek veel van de verwachtingen om. Het is niet alleen Kai die moet wennen aan het idee van de kabouter. Als de kabouter Kai voor het eerst ziet, zegt hij ‘Ik geloof niet in neefjes.’ Ze zitten allebei niet zo op elkaar te wachten. En ook de namen in dit boek misleiden de jonge lezer: Peer is geen fruit, maar een kabouter, en tante Fee is geen fee, maar heeft meer weg van het klassieke (wellicht iets voorspelbare) idee van een heks in een bos.

Als het Kai lukt om zijn ongenoegen opzij te zetten om Peer te helpen, raken ze goed bevriend. Hoewel het verhaal geen grote, onverwachtse wendingen maakt, is het een mooi verhaal voor beginnende lezers die ze leert dat je echte vriendschappen kan sluiten als je door je vooroordelen heen durft te kijken. En die ook laat zien dat ouders niet altijd aardig zijn voor hun naasten, ook omdat ze niet alles kunnen of willen zien, en dat het daarom net zo belangrijk is om ook hen niet altijd te geloven. En vooral dat het belangrijk is om je eigen vrienden te kiezen en hen niet achter te laten, ten minste nooit voor anderen, en zeker niet als die anderen handelen vanuit een angst voor het onbekende.

Ik dompel mezelf graag onder in verhalen over heksen. Dus, toen ik Peer van Mohana van den Kroonenberg begon te lezen, hoopte ik op een verhaal over iemand die veel componenten uit de natuur gebruikt om een leven te bouwen (dit is tenminste hoe ik heksen zie). Maar het beeld van tante Fee, die als heks beschreven wordt, was toch iets anders dan verwacht. Het gaf een meer stereotiep beeld van een grote neus met een wrat, een bos warrig haar en een grote ronde bril met loensende ogen.

Echter, zodra Peer de kabouter werd geïntroduceerd, was ik de representatie alweer een beetje vergeten. Het personage is grappig en ontzettend lief tegen de jongen Kai. Het is leuk om te lezen dat Kai, die de hele zomer bij zijn tante moet doorbrengen waar hij niet naar uitkijkt, een geweldige tijd heeft met zijn nieuwe vriend Peer. In mijn optiek leert het verhaal jonge kinderen dat het beter is om open te staan en nieuwsgierig te blijven voor zaken die je in eerste instantie niet zou geloven. En dat vriendschap zelfs in de kleinste hoekjes te vinden is.