acht portretten in tussenruimte

28

als de kraaien komen (I)

Elisa Verkoelen

ik droom voor het eerst van een kraai in 2019, het is een intieme droom, ik ben op een strand, ik lijk er iets te verliezen als hij afscheid van me neemt. ik noem de kraai naar een land waar ik niet eerder ben geweest. 

sinds die droom vergroeien hij en ik, in de vogel lijkt ik iets te zoeken dat ik ben kwijtgeraakt. het zoekgeraakte deel lijkt op mij.

op een dag zie ik hem terug, de dood in de takken, tegen een lichte ijzige lucht, ik knip de dode vogel uit de boom en raak zijn vleugels aan met geduldige handen, ik zie opeens hoe veren als vingers zijn, lichamen als elkaar. 

ik druk mijn ervaring af in een lino, snijd weg wat er mist; een beschermende laag tussen mij en de wereld, een meisje (ze ligt op haar zij), ik weet precies wat er ontbreekt, maar gebruik er liever geen woorden voor. 

ik bezoek mijn oma, ze vergeet de laatste weken meer dan de weken ervoor, maar mij is ze nog niet vergeten. we praten vaak over dezelfde dingen, waardoor ik steeds minder praat en steeds beter luister. op de terugweg rijd ik bijna een kleine kauw aan, zijn lichte ogen haken zich onmiddellijk achter de mijne, hij struikelt onhandig over de straat, maar is weg als ik hem wil zoeken. 

ergens in de eerste weken na de droom zwermt er een groep kraaien door de tuin, ze proberen een kleine kauw dood te pikken. ik word wakker door zijn geroep en ren op blote voeten de zwerm vogels in. ik pak de jonge vogel vast en zeg; ‘jij bent van mij want ik heb je gered’ 

met lichtblauwe ogen en een oranje-gele snavel, is hij een volmaakt gevleugeld wezen, ik herken hem uit de droom en koop kattenbrokken in de supermarkt twee dorpen verderop. 

ik lees op het internet dat kraaien zich aan mensen hechten, hun dagelijkse leven onmogelijk maken, hun omgang met geliefden tegengaat. ik besluit de kraai in de tuin vrij te laten. ik wens met alles in me dat hij bij me blijft, maar ik heb hem nooit meer gezien.

ik leer dat het niet helpt om de dingen buiten mij te zoeken omdat ik mijn dagen uiteindelijk toch zelf zou moeten dragen, maar soms hoop ik dat hij terugkeert, een deel van mij wordt en dat ik dan terug zal keren in amerika.