Verderop viel een cascade van losse letters uit een ongemarkeerde envelop. Hun punten gekruld als de tenen van de administrator die zijn voeten in te kleine roze hakken heeft gepropt voor later die avond. De woorden leken uit hun eigen geraamtes te springen, zo levendig leken ze, zo levendig dat ze niet anders dan agressief moesten zijn. De taal waar ze vandaan komen zit vast, nee, gevangen in zijn eigen betekenis – in de onwetendheid van de meesten hier. Hij duwde ze tegen elkaar in een legpuzzel, ontleedde, ontsierde de letters totdat ze elkaar niet meer konden herkennen. Zoals veel mensen elkaar niet kunnen herkennen. Niet voor elkaar. Hij veegde de broodkruimels in zijn mondhoeken weg met de rug van zijn hand. Het mes waarmee hij de envelop heeft geopend schoof hij in zijn jaszak. De telefoon ging af en zo laat hij de overblijfselen van wat er ooit was in wanorde liggen.

Later die dag stapte een ontslagen verpleegkundige haar rode Fiat Punto in. Ze staat bekend als Jackie bij haar dierbaren: haar postbode en hond. Haar auto was ongeveer dertien kilometer verwijderd van de scène. Ze was haar veiligheidsgordel aan het vastmaken toen haar ogen op een gebarsten rug vielen. De gekrulde letters waren van de kaft geschraapt. Ze kon de afdrukken alleen met haar vingertoppen traceren. Niemand weet of zij van of naar haar bestemming reed.

De kiosk-eigenaar in de Kerkstraat registreerde de gezichtloze man als een lijn, krom als zijn versleten rug. Een gepensioneerde schoolfeest-DJ uit Spijkenisse loste de schuld af en wiste op deze manier de laatste sporen van de man uit. De man werd dood aangetroffen in een merkloos wollen pak op het strand van Zandvoort. Om preciezer te zijn, drie handelingen verder van Hippie Fish richting het water, ver van de dixi’s. Het zand was warm, zijn aktetas zat tussen zijn armen geklemd. Nee, zijn aktetas had hij op het station vrijwillig achtergelaten. Een sigaret zat nog vast tussen zijn lippen. De golven van de zee maakten zijn schoenen en sokken en voeten nat voordat ze terugdeinsden van de dissonantie tussen gaan en op je plek blijven.