Emmie en Louise staan zij aan zij in de badkamer. Door een kleine speaker galmt een blikkerige Lady Gaga, de spiegel is bezaaid met kleine spikkeltjes opgedroogde tandpasta. De wasbak is gevuld met lippenstiften, poederpaletten en tubetjes omdat de porseleinen rand niet breed genoeg is om spullen op te zetten. Buiten klinkt eerst een harde klap, en daarna een scherp geknetter. Louise knijpt met haar ogen terwijl ze met een taupe borsteltje haar wenkbrauwen bijwerkt.
‘Ligt het aan mij of ben ik vanavond om op te vreten?’ Emmie werpt zichzelf een tevreden blik toe en geeft Louise daarna een duwtje met haar heup. Louise ziet de neusvleugels van haar smalle neus trillen in de spiegel. Normaal kan ze het opgewekte zelfvertrouwen van haar beste vriendin goed hebben, af en toe werkt het zelfs aanstekelijk. Maar vanavond is het contrast te sterk. Emmie die ronddartelt in haar korte zwarte haltertopje, de lachrimpels om haar volle lippen, haar gespierde ronde schouders pronkend, het voelt als veel, het beeld is Louise bijna obsceen. Emmie draagt het lange gedeelte van haar stugge bruine krullen half opgestoken zodat je de opgeschoren zijkanten van haar hoofd goed ziet, om haar hals schittert het gouden kettinkje dat ze een paar jaar geleden van Louise heeft gekregen om hun vriendschapsjubileum te vieren. Emmie duwt ongeduldig een tweede keer tegen Louise. ‘Nou? Geef mij eens complimentjes.’
‘Ja ja, om op te eten, nu stoppen met douwen anders krijg je dit borsteltje in je oog.’
‘Een oogontsteking, wat een feestelijke manier om het jaar af te sluiten.’
Louise plukt aan de rode jurk die strak om haar taille heen valt. Onder de jurk draagt ze shapewear die haar buik naar binnen duwt en haar borsten en billen omhoog. Het Amazon-pakketje kwam gisteren op de valreep binnen, een week en twee snauwerige telefoontjes met de klantenservice te laat, maar voor het feestje nog precies op tijd. Het was niets voor haar om zo onaardig te doen tegen onbekende mensen. Ze wist zelf ook wel dat de telefonische medewerker weinig aan de vertraging kon doen. Maar iets in haar had zich vastgebeten in een idee, een beeld van hoe ze zich vanavond zou presenteren, en ze wist zeker dat ze dit plaatje niet kon realiseren zonder zichzelf in een nylon mal te gieten. Nu het gelukt is, voelt ze teleurstelling. Ze had gehoopt dat een zandlopersilhouet sexy en sterk zou voelen, maar het is vooral beknellend. Ze pakt een koraalrode lippenstift en draait die open. De kleur past net niet bij de jurk. Typisch.
Louise is – ze weet niet hoe lang al – diep in gedachten verzonken als plotseling Emmie het volume van de muziek een flinke draai geeft, Kylie Minogue knalt de kleine badkamer in. Louise verkrampt.
‘Oh mijn god, doe zachter! De buren!’
‘De buren zijn al vanaf elf uur vanochtend strijkstokken of whatever aan het afsteken, die zijn echt niet onder de indruk van Kylie,’ zegt Emmie lachend, maar toch doet ze wat Louise vraagt.
‘Een strijker heet dat, schat.’ Was dit haar beste poging om gezellig te klinken?
‘Je weet dat ik me vermoei met het lingo van heteromannen,’ zegt Emmie, haar neus in de lucht. Ze pakt met theatrale handbewegingen haar glas en gooit de laatste bruisende slok van haar roze brouwsel in één keer achterover. ‘Oepsie, helemaal op. Zeg, wie zal ik om twaalf uur eens zoenen vanavond?’
‘Je mag kiezen: een afgelikte boterham van je eigen leeftijd, of een onschuldige baby die nog niet van je gehoord heeft.’
Emmie kijkt bedenkelijk. ‘Hm. Zelf afgelikt of door iemand anders?’
‘Als je zo doordrinkt zie je het verschil niet meer.’
‘Goed punt.’ Kennelijk aangemoedigd danst Emmie vrolijk de badkamer uit. Louise hoort haar vriendin scharrelen in de keuken, de kerstverlichting in het stopcontact klikken en de koelkastdeur open trekken. In een goede bui was Louise achter haar aan gelopen om verder te kunnen kletsen, het om elkaar heen dralen zoals ze normaliter tijdens het tutten doen. Vanavond zou ze het liefst de badkamerdeur sluiten. Emmie keert alweer terug met haar armen vol flessen. Ze stalt met sierlijke gebaren alles uit op de rand van het bad. ‘Welkom in bar bain, wat mag het zijn vanavond mademoiselle?’ Ze schenk de glazen bij, ook al is die van Louise nog niet leeg.
Louise kijkt met opgetrokken wenkbrauwen naar haar drankje. ‘Zeg barvrouw, ik had nog niks besteld.’
‘Ik kan gedachten lezen.’
‘Neem een bril.’
‘Je bent gemeen vanavond.’
‘Ik ben altijd gemeen,’ zegt Louise, maar ze voelt haar wangen kleuren onder het laagje foundation. Tot Louise’s opluchting laat Emmie het gaan, haar vriendin pakt haar telefoon van de badrand en begint neuriënd met scrollen, nippend van haar drankje. Louise loopt naar haar kamer. Ze opent een lade van haar nachtkastje, pakt een smaragdgroen sieradendoosje en zakt neer op de rand van haar bed. Ze heeft het doosje ooit van oma geërfd, volgens haar moeder bewaarde die er oorbellen in die ze alleen tijdens haar bruiloft had gedragen. Louise voelt haar keel dichtknijpen, haar hart klopt paniekerig in haar borst. Hoe kan ze feest vieren terwijl het nieuwe jaar voelt als een krater waarvan ze de bodem niet kan zien? Snel staat ze op. Niet aan toegeven. Ze loopt terug naar de badkamer en begint één voor één de oorbellen naast haar gezicht te houden.
Naast haar schiet Emmie in de lach. ‘Kijk, ik krijg zo’n reminder van een jaar geleden. Weet je nog?’ Emmie springt op en houdt haar telefoon omhoog zodat Louise mee kan kijken. Er speelt een filmpje af, het beeld is grotendeels donker, met fragmentarische flitsen waarop het vuurwerk het tafereel verlicht. Emmie die Louise op haar rug hijst. In het volgende beeld rennen ze door de straat, vervaarlijk geknetter boven hun hoofden. Het geluid klinkt hard en schel via het kleine speakertje op de badrand. Louise’s stem, hard en schel: Galileo Galileo, Galileo Figaroooo. Van buiten beeld klinkt geroep en gelach. Daarna springt Louise van Emmie’s rug. Hand in hand zwalken ze uit beeld, lachend. Een mannenstem roept: ’Em, waar ga je met mijn vrouwtje naartoe?’ en Emmie gilt met een Brits accent terug: ’We’re eloping, darrrling!’ Snel drukt Emmie het filmpje uit. De muziek is gestopt. Het is plotseling vreselijk stil in de badkamer.
‘Sorry, ik was vergeten –‘ begint Emmie.
‘Geeft niet.’ zegt Louise haastig. De shapewear zit veel te strak, haar handen zijn zweterig. Emmie houdt het met vragende ogen een bubbelend drankje voor Louises neus, maar Louise duwt de hand weg.
‘Even niet.’ Ze ziet Emmie panikeren, ze gooit haar telefoon opzij en knuffelt Louise onstuimig en aangeschoten.
‘Sorry sorry sorry, ik dacht niet na. Ik wilde je juist opvrolijken.’
‘Thanks.’ Louise wrijft hard in haar ogen, mascara kruimelt tegen haar vingers, ze wendt zich af van Emmie’s verontschuldigingen en loopt naar de keuken om een glas water te pakken. Op het aanrecht een schaal met de appelbeignets die Emmie vanochtend gehaald heeft, een verpakking extra lange sterretjes, het enige vuurwerk waar ze allebei niet bang voor zijn, en de fietssleutels omdat ze al van voorgaande jaren weten dat ze ’s nachts geen Uber te pakken gaan krijgen. De koelkast is bezaaid met magneten: HUIZE STOFPOES als de toetsen van een typemachine, polaroids van Louise en Emmie samen, eentje ligt met magneet en al op de grond. Louise vult een glas water, nog voor ze zich omdraait weet ze dat Emmie haar gevolgd is. Emmie pakt Louises schouders en houdt haar gezicht recht voor het hare.
‘Darling. Weet je heel zeker dat je vanavond de wereld niet wil laten zien hoe fabulous je bent? Je bent prachtig, je bent cool, you got this.’
‘Em, ik heb eigenlijk echt geen zin.’
‘Ik snap het, maar ik denk toch dat het goed is om even wat afleiding te hebben. Het gaat echt leuk worden. Lekker drinken en dansen met gezellige mensen.’
‘Welke gezellige mensen?’
‘Eh, nou, ikzelf, obviously. Maar Celia en Mieke komen sowieso ook, Suus, Esmee, en de hele kliek van de Ruijter en Lucas natuurlijk, en de nieuwe lichting.’ Louise voelt haar verdriet versmelten met onbestemde irritatie. Alles aan dit feestje klinkt haar plotseling zo stom, zo onnozel in de oren.
‘Pff. Lucas. Lucas is triest.’
‘Hoezo zeg je dat?’
‘Gewoon, zo’n gast die zich vasthoudt aan wat er allang niet meer is. Hij was al oud toen wij daar kwamen wonen. Peter Pan Syndroom, echt de essentie van vergane glorie. En hoe hij al eeuwig zevert over die fucking roman die hij zogenaamd gaat schrijven. Alsof dat ooit wat gaat worden. Typisch voor zo’n vent om honderd jaar na dato nog oud en nieuw te vieren in z’n oude studentenhuis om daar dan waarschijnlijk herpes op te lopen.’ Emmie kijkt haar wat fronsend aan.
‘Herpes? Echt gezellige voornemens jij.’ Louise wendt zich van Emmie af.
‘Laat me maar even. Ik wil gewoon…’
‘Wat dan?’
‘Laat me maar even.’
Louise ploft neer op haar bed. Wat wil ze? Ze weet dondersgoed dat ze zich geen seconde beter gaat voelen als ze vanavond in haar eentje op de bank zit. En ook dat ze Emmie misschien wel zover kan krijgen om ook thuis te blijven, maar dat ze zich dan vervolgens ook niet zou kunnen ontspannen. Het feestje op de Pauwstraat leek zo’n goed idee. Een hoop oude bekenden, het huis waar ze allebei een blauwe maandag hebben gewoond met nog tien andere huisgenoten, vlak voor de kans voor dit huis samen zich voordeed. Een avond als een nostalgische omhelzing, had Emmie gezegd, waar geen mens haar aan Daan zou doen denken. Maar juist het gebrek aan Daan trekt vanavond voortdurend haar aandacht. Iets meer dan een maand geleden had ze nog uitgekeken naar het oudjaarsetentje. Daan, zij, Daan’s huisgenoot Milo en zijn vriendin Bente. Het plan was om oud en nieuw eens chique te vieren, in plaats van studentikoos. Geen sociale druk, geen hooggespannen verwachtingen over hoe gek het zou moeten worden. Nee, ze zouden 2018 betreden als volwassenen. Met oesters, echte champagne in plaats van goedkope koppijncava, en vooral niet teveel drukte. De hele avond vraagt ze zich al af hoe het mogelijk is dat alles met één beslissing zo ondersteboven kan draaien. Hij voelt het niet meer. En dat is dat? Dit jaar had veelbelovend moeten beginnen. Ze zag zichzelf al samen met hem over de toekomst uitkijken, proosten op de horizon waarop de contouren van hun dromen en ideeën steeds zichtbaarder werden. Maar tot haar grote ontsteltenis valt er van dat alles nu niets meer te zien.
Een half uur later komt Emmie de badkamer in. Louise ziet haar binnenkomen via de spiegel, waarin ze haar roze en vlekkerige gezicht inspecteert. Haar ogen zijn rood.
‘Mijn gezicht vloekt met mijn jurk,’ constateert ze in een poging grappig en nuchter te klinken. Emmie glimlacht empathisch en slaat haar armen om Louise heen.
‘Ga je echt niet mee?’
‘Ik weet het even niet.’ Louise kijkt met een frons naar haar spiegelbeeld, en dat fronst ouwelijk terug. ‘Ik wil denk ik niet zien hoe iedereen blij bezig is met een nieuw begin terwijl ik juist midden in een eind zit. ’
‘Ja, ik snap helemaal dat het voelt als een heel slechte timing voor een feestje.’ Ze ziet Emmie met een serieuze blik zoeken naar woorden. ‘Maar aan de andere kant: oud en nieuw is altijd bitterzoet, toch? Dat hoort erbij, verdriet hoort bij de oude dingen achterlaten. Maar ik beloof je dat er een nieuw begin voor je is, aan het einde van dit eind. Echt waar. De truc is om een beetje te vergeten, en een beetje te herinneren. “Pas door het vermogen om het verleden te gebruiken voor het leven en van het geschiede weer geschiedenis te maken, wordt de mens tot mens.”’ Emmie kan het niet laten zelfvoldaan te kijken. ‘Dat is een Nietzsche-quote.’
‘Mooi.’ Louise glimlacht hoofdschuddend en wrijft een paar ontsnapte tranen weg met haar mouw. ‘Tikje pedant. Maar mooi.’
Emmie begint te giechelen. ‘Weet je wat ik stiekem hilarisch vind?’
‘Nou?’
‘Dat ik mensen probeer te troosten met dooie filosofen, en jij als je geïrriteerd bent dingen zegt als ‘de essentie van vergane glorie’. Waar haal je het vandaan? Heb je weer Jane Austen zitten lezen?’ Louise gniffelt ook. ‘Je weet hoe belangrijk mijn imago voor me is, darling.’
‘Louise Parmentier, always a class act.’
‘Met een snotneus, dat wel.’ Ze snift. Emmie strekt zich uit richting de wc en scheurt een flink stuk papier los van de rol. Ze vouwt het met een moederlijk gebaar over de neus van Louise. Louise snuit luidruchtig en schiet met een beschaamd gezicht in de lach als ze ziet dat Emmie met een opgetrokken neus naar haar hand kijkt.
‘Oh god, het voelt zo warm. Ik had niet verwacht dat je echt zou snuiten.’
Ze mikt de prop papier richting de wc, en mist precies. Louise raapt het op en gooit het in de pot. Emmie kijkt haar aan met een geveinsd serieuze blik.
‘Oké, mijn voorstel zou zijn: ik ga mijn handen wassen, jij poedert dat arme roodgezwollen neusje van je, dan laten we even ons gezicht zien op de Pauwstraat. Daarna heb jij volledige zeggenschap over wanneer we gaan. En dan gaan we morgen de hele dag slechte films kijken. Deal?’
‘Deal. Ik wil wel wat anders aan. Fuck shapewear.’
‘Deal. Dump die dwangbuis, en morgen halen een grote bak Ben & Jerry’s. Deal?’
‘Deal! Oh nee wacht. De winkels zijn morgen dicht. Het is 1 januari.’
‘Kut. Waarom vergeten we dat ieder jaar?’
‘Hoeveel appelbeignets hebben we nog?’