‘Kom je terug naar bed?’ Het meisje ligt daar nog, de deken volgt de lijn van haar taille schuin naar beneden, ze heeft een deel van de deken tussen haar dijen geklemd. De lange blonde haren liggen als een aureool rondom haar hoofd, het deken heeft een overtrek met madeliefjes. Emmie kan zien dat ze er lief uitziet, dit meisje. Dat ze warm en uitnodigend kijkt, glimlacht. Dat ze over een paar uur waarschijnlijk koffie voor haar zou zetten, eieren zou bakken, zelfgemaakte granola uit een glazen pot over een kommetje sojayoghurt zou strooien, dat Emmie de hele dag zou mogen blijven als ze zou willen. Emmie laat het grote, nog naar rook en alcohol ruikende t-shirt over haar bovenlijf glijden, wurmt zich haastig in haar katoenen hipster.
‘Ik moet gaan.’ Vijf minuten later fietst Emmie door het park richting huis. Onder de straatlantaarns staan de eerste krokussen, misplaatst en rillend onder een dun laagje ijs. Plotseling popt het beeld op van de e-mail die ze vandaag, of eigenlijk gisteren van haar scriptiebegeleider Hannah ontvangen heeft. Hoi Emmie, wat fantastisch dat je interesse hebt! Laten we zsm werk van je toelating gaan maken. De toelating. Het plan wat ze voor haarzelf bedacht heeft, aan gehecht is geraakt, in de tijd dat het er nog alle schijn van had dat Louise en Daan samen een toekomst tegemoet gingen. Ze schudt het beeld voor de zoveelste keer van zich af. Niet nu. Niet vandaag.
De deur valt met een dreun dicht.
‘Em?’ Emmie schrikt. Ze had niet verwacht dat Louise nog wakker zou zijn.
‘Lou? Maak ik je wakker?’
‘Tuurlijk niet. Je hoort toch dat ik op de plee zit.’ Ze hoort het geluid van het water in de stortbak, de doortrekknop die terug schiet. Louise doet de wc-deur open. Haar mascara als zwarte rouwranden om haar ogen, een vervaagde afdruk van lippenstift op haar glimlach, haar smalle gezicht elegant en vermoeid tegelijk onder de warrige blonde bob. Emmie grijnst.
‘Dárling. Ik ben er nog niet aan gewend om jou weer in de gangen van huize Stofpoes tegen te komen zo in het holst van de nacht.’
Samen lopen ze naar de keuken, Emmie knipt de kerstverlichting aan en Louise vult de waterkoker. Emmie bekijkt de wat klunzige bewegingen van de lange slanke armen, bleek met vervaagde sproeten in het keukenlicht, de wankele benen op hoge hakken.
‘Leuke avond? Wacht, eerst installeren,’ zegt Louise terwijl ze naast het pruttelende apparaat staat. Emmie is ondertussen met één bil op het aanrecht gaan zitten, ze trekt een zak chips open. Louise schenkt kokend water over de zakjes kruidenthee in twee mokken, tilt het zakje na een paar keer dopen uit haar kopje, maar laat het zakje van Emmie hangen. Daarna laat ook zij zich op het blad zakken.
‘Over de avond: mag niet klagen,’ antwoordt Emmie. Ze zet haar meest schalkse glimlach op.
‘Oh, die lach ken ik,’ Louise blaast in haar kopje. Emmie laat het theezakje nog eens op en neer bungelen.
‘En jij? Heb je Daan verslagen?’
Zo’n 5 uur geleden had ze een appje van Louise ontvangen: Ik heb vanavond sowieso meer lol dan Daan!!! Emmie stuurde terug: Sws!!! Fuck die loser!!’Ze wist dat Louise dit ieder weekend hoopte. Ze proostte erop met onbekenden die ze tegenkwam, ze gilde het hardop voordat ze shotjes achterover goot. Vorig weekend hadden ze deze belangrijke boodschap samen in een wc-hokje van danscafé De Ruijter gekalkt, zwarte marker op een deur van kunststof, drie uitroeptekens.
‘Meer lol dan Daan? Yes, I would fucking say so.’ Ondanks de zelfvoldane toon hoort Emmie dat Louise’s droge dikke tong moeite met de twee L’en in ‘lol’. Toch is ze stiekem opgelucht haar zo aan te treffen, in de staat van iemand die probeert te vieren, te vergeten, verder te gaan.
Ze staren samen een poosje voor zich uit. Aan de muur tikt onverbiddelijk een knalroze Barbieklok kwart voor 5, een plastic geval dat ze ooit op een zaterdagmiddag op een vlooienmarkt hebben gevonden, de tijd wordt aangegeven door Barbie’s armen. Louise had in een podcast gehoord hoe belangrijk het is om te luisteren naar wat je innerlijke kind blij zou maken, en ze waren op een gezin gestuit dat vrijwel de gehele inboedel van een voormalige meisjeskamer verkocht. De puber in kwestie had hen met argwaan bekeken toen ze giebelend de klok, een porseleinen speelservies (waar nu kleine vetplantjes in huizen) en een glitterende My Little Pony zeepdispenser afrekenden. Eigenlijk kon Emmie’s innerlijke kind weinig met Barbie. Ze was pas echt in haar nopjes geweest met een Legoklok, of iets met dinosaurussen. Maar Louise was ontzettend blij geweest met de vondst, en hoe langer de klok aan de muur van hun huis hing, hoe meer ook Emmie van het lelijke ding was gaan houden. Emmie kijkt naar haar vriendin, die haar hik probeert te bestrijden met kleine haastige slokjes kamillethee. Ineens denkt ze weer aan de e-mail. Haar maag krimpt ineen. Snel geeft ze een tikje met haar voet tegen de enkel van Louise. ‘Ik blijf het toch wel de plottwist van de eeuw vinden dat ik jou nu weer om 5 uur ’s ochtends met een kegel in de keuken tref.’ Louise grijnst, en Emmie port nog wat fanatieker tegen de enkel.
‘De laatste keer dat ik je zo tegen kwam was denk ik na dat Valentijnsfeest in de Ruijter.’
Louise slaat haar handen voor haar vlekkerige gezicht. ‘Oh god.’
‘Ja-ha dametje. Denk maar niet dat ik dat vergeten ben. Vóór je Daan ontmoette kon je er ook wat van.’ Emmie springt op van het aanrecht en draait een woeste pirouette, en wijst daarna met een dramatische beweging richting Louise. ’Emmieee,’ imiteert ze, ‘we móeten de dans uit Dirty Dancing leren, ik weet zéker dat ik jou kan liften.’ Louise giert het uit.
‘Hou op, hou op, herinner me hier niet aan!’ Ze trappelt met haar voeten tegen het keukenkastje.
‘Trouwens, als we zo gaan beginnen…’
‘Oh god, daar gaan we.’
‘Die keer dat ik binnenkwam terwijl jij met je dronken hoofd een nude probeerde te nemen in onze hal. Dat gaat nooit meer van mijn netvlies.’ Emmie poseert dramatisch met in haar hand een denkbeeldige telefoon.
‘Geen spijt van. De hal heeft het beste licht van heel het huis. Ben je toen niet spontaan aan je geaardheid gaan twijfelen?’
‘Nee, de schok heeft me juist rechtstreeks in Daan’s armen gedreven.’ Emmie lacht smakelijk:
‘Gemene grap, maar I’ll take it.’ Ze grinniken nog wat na. Dan wrijft Louise met een misselijk gezicht over haar buik.
‘Het is wel lang geleden dat ik zoveel gezopen heb.’
‘Ja, de wildste substantie met Daan was natuurlijk chocomel met een wel een hele druppel amaretto.’
‘Dat klinkt heel truttig.’
‘Het was ook vrij truttig. Welkom terug op de wereld, dirty dancer.’ Louise wrijft hard in haar ogen en geeuwt een beetje kermend.
‘Welkom terug? Ik doe dit nooit meer.’ Er gaat een trilling door het aanrechtblad. Emmie werpt een blik op haar telefoon, laat het berichtje dat binnenkomt voorbij glijden. Iets met een hartje en vraagtekens. Snel draait ze het scherm van de telefoon richting het aanrechtblad. Louise trekt veelbetekenend haar wenkbrauwen op.
‘Je bent populair zo vroeg in de ochtend.’
‘Niet alleen in de ochtend, darling. Maar waar heb jij eigenlijk de hele nacht uitgehangen? Had je nog een leuke rendez-vous?’
‘Je praat eroverheen.’
‘Jij praat eronderdoor.’
Louise schiet daarop in de lach en schudt haar hoofd. ‘
Oké, oké, wat jij wil. Maar nee, geen walk of shame voor mij. Ik was met Suus naar de kroeg en toen het daar saai werd zijn we meegegaan met een random groep mensen naar iemands huis. Ik kende verder eigenlijk niemand.’
‘Soms zijn dat de beste feestjes.’ Emmie zet opnieuw de waterkoker aan.
‘Soms ook niet.’
‘Hè? Je had het toch leuk?
Louise antwoordt niet direct, de waterkoker pruttelt door de stilte. Dan zegt ze: ‘Jawel. Maar ken je dat gevoel dat je ergens vroeg in de ochtend op een bank ergens zit en ineens denkt: wat doe ik hier nou eigenlijk? Het ene moment ben je nog aan het dansen, alles voelt als één grote achtbaan van licht en geluid en lol en dan ineens – bam. De sfeer wordt raar, je beseft je ineens dat je één van de laatste bent die nog niet naar huis is. Suus was kennelijk allang vertrokken en net toen ik eigenlijk ook wilde gaan, raakte ik verwikkeld in een heel serieus gesprek met een langharige jongen die zichzelf een feminist noemde en vroeg of hij toestemming had om zijn hand op mijn knie te leggen, maar chagrijnig op me werd toen ik nee zei.’
Emmie weet even niet wat ze moet zeggen. Dan:
‘Gropy feminist. Geil.’
Louise geeft Emmie een venijnig duwtje, Emmie kiepert haast van het aanrecht.
‘Niet grappig.’
‘Sorry, ongepast.’
‘Ik ben serieus, hoor.’ Opnieuw wrijft Louise in haar ogen, het wit is bloeddoorlopen. Haar blonde bob, normaal onberispelijk, oogt warrig en vet van de hand die Louise vanavond waarschijnlijk onnodig vaak door haar haar gehaald heeft. Emmie pulkt aan de mouw van haar shirt. Louise kijkt haar aan, er schittert iets fels in haar ogen.
‘Ken jij dat gevoel dan niet?’
Emmie haalt haar schouders op. ‘Tuurlijk ken ik dat. Het is de grote mindfuck van alle snelle, makkelijke vormen van afleiding en genot. Zoals koekjes. Je eet je er misselijk aan en toch raak je er niet vol van, er blijft altijd ruimte voor dat knagende gevoel.’
‘Precies ja! En het komt ook altijd zo opeens opzetten. Ineens voel je de honger. En het is ook altijd irritant dat je eigenlijk niet goed waar je dan trek in hebt.’ Ze ziet Louise driftig knikken, klaar om haar gedachten te vervolgen. Emmie heeft geen zin in dit gesprek. Ze wil niet praten over grote levenskeuzes of de zin van alles, ze wil gewoon met Louise lachen om alle domme dingen die ze vanavond gedaan hebben. Maar Louise lijkt inmiddels definitief in serieuze modus, klaar om met Emmie samen te verzinken naar de bodem van de roes, om te zoeken naar een diepliggend antwoord op de vraag waar hun levens heen gaan.
‘Ik wil eigenlijk helemaal geen thee meer, anders moet ik 100 keer plassen. Ik ga naar bed.’ Emmie springt van het aanrecht, maar Louise blijft zitten. Ze kijkt wat beteuterd, een blik die Emmie onmogelijk kan negeren. Ze draait zich naar haar vriendin, legt gedecideerd haar handen op Louises schouders. ‘Kom, we gaan tandenpoetsen.’
Maar Louise verroert zich niet. ‘Ik wil niet,’ zegt ze zacht. Emmie kijkt naar haar ogen en voelt de weerstand in zichzelf, de neiging om tegen Louise te roepen dat ze vooral niet verdrietig moet worden.
‘Waarom wil je niet?’ vraagt Emmie plichtsmatig. Ze weet het antwoord al.
‘Ik haat alleen slapen.’ De klok aan de muur tikt oorverdovend, Barbie staat met haar armen in een uitnodigende houding. Emmie slaat met moeite de hare om Louise heen, wetende dat dit nu is wat haar vriendin het meest nodig heeft. De armen voelen houterig en mechanisch, ze vraagt zich even af of Louise dat ook voelt. Maar Louise vlijt zich dankbaar tegen haar aan.
‘Ik denk dat ik de laatste tijd te lang op feestjes blijf hangen omdat ik niet alleen in m’n bed wil liggen,’ zegt Louise tegen Emmie’s schouder. Er is niemand zo eerlijk als Louise na vier tequila en een paar glazen rode wijn.
‘Maar vind je dan niks daaraan ook maar een beetje lekker?’ probeert Emmie. ‘Alle ruimte om lekker uitgesmeerd over dat hele matras te liggen, alle kussens en dekens voor jezelf.’
Louise briest warme lucht tegen haar arm, er klinkt een geluid tussen een lach en een zucht. ’Typisch.’
‘Wat dan?’
‘Nou, natuurlijk zeg jij dit. Jij blijft nooit bij iemand slapen, en er slaapt ook nooit iemand hier.’
‘Slaapfeestjes zijn alleen voor de elite, darling.’ Emmie kijkt naar Barbie, de plastic glimlach. haar armen open en wijd, verwelkomend. Ze denkt aan het lieve meisje in dat bed waar ze geen seconde langer naast wilde liggen, aan Louise die moe en leeg tegen haar aan hangt in een walm van drank en stiekeme sigaretten, en dan, met een flits van schuldgevoel, opnieuw aan die verdomde e-mail en aan Louise’s verdrietige ogen.
‘Over elite gesproken, wil je anders een slaapfeestje bij mij doen vannacht?’ Louise haalt haar hoofd van Emmie’s schouder en grijnst de slaperige grijns van iemand bij wie de alcohol begint uit te werken.
‘Ik pak mijn pyjama.’
Ze lopen naar de badkamer. Emmie laat haar telefoon liggen op het aanrechtblad.