Als je in mijn hoofd kon kijken

Chard van den Berg

Ik voelde mijn hartslag bonken in mijn hoofd en zag door de transparante gordijnen dat het nacht geworden was. De kleine wijzer van de klok stond op de 1, de grote op 30. Voorzichtig stapte ik uit bed, wankelend liep ik naar het toilet van de hotelkamer. Nadat ik mijn pyjamabroek een klein stukje liet zakken en mijn piemel vasthield, voelde ik mijn handen beven. Mijn piemel bewoog snel van links naar rechts. Ik knipperde twee keer met mijn ogen en voor ik het wist lagen er plasjes urine naast de WC-pot. Ik schudde mijn hoofd en schaamde me. Mijn lichaam is meer van mijn leeftijd dan van mij, dacht ik terwijl ik de boel schoonmaakte met WC-papiertjes. Ik ging, even wankelend als op de heenweg, terug naar bed, voelde mijn knieën zo erg schudden dat ik ernaar verlangde ze van mijn lichaam te amputeren. Ik wilde mijn lichaam amputeren van mezelf. Het maanlicht scheen over Lisa’s mooie, jonge lichaam dat in bed lag, het scheen over haar gezicht met de iets te grote neus, met haar rimpelloze huid die op haar skelet leek te rusten. Ik ging naast haar liggen, met mijn vingertoppen raakte ik haar pols aan, haar hart bonsde heel zachtjes in haar pols. Vervolgens liet ik mijn hand naar beneden glijden, richting haar borst en tepel. Ik probeerde er voorzichtig in te knijpen, maar de bevingen in mijn lichaam lieten dat niet toe. Mijn hartslag versnelde, ik merkte op dat mijn vingers nog heviger begonnen te trillen. Een sensatie gutste door mijn lichaam, maar vooral in mijn piemel. Ik voelde me verstijven en kwam klaar. Twijfelend legde ik mijn wijsvinger in het plasje sperma en rook eraan. Ik kon me de laatste keer dat het gebeurde me niet meer herinneren, en bleef eraan ruiken. Tot de geur vervaagd was. Daarna tuurde ik wat minuten voor me uit en omklemde haar hand, streelde haar handpalm met mijn duim. ‘Wat doe je?’ vroeg Lisa glimlachend terwijl ze zich van me afduwde. ‘Iemands slaap verstoren is ernstig hoor.’
‘Hoe lang ben je al wakker?’ vroeg ik geschrokken.
‘Letterlijk een paar seconden,’ zei ze.
Ik haalde opgelucht adem. Ze trok de dekens omhoog, haar kleine borstjes waren afgedekt. Ze keek me onverschillig aan. 
‘Je hebt je geluid van je telefoon niet uitgezet,’ zei ze met mijn apple in haar hand. ‘Je hebt een mail zo te zien.’
‘Laat maar gaan,’ zei ik. ‘Iemand die zo vroeg op de dag mailt, verdient een laat antwoord.’ We zwegen, luisterden naar de vallende regendruppels buiten. Het geluid drong onze kamer binnen. Ik legde mijn handpalm rond mijn voorhoofd.
‘Het is laat,’ zei Lisa. 
‘Ja,’ zei ik. ‘Te laat.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Niets, laat maar,’ zei ik. 
‘Wat was je naam ook alweer?’ vroeg ze. 
‘Doet dat ertoe?’ antwoordde ik. ‘Morgen ligt er toch iemand anders naast je.’ We zuchtten. 
‘Het spijt me trouwens dat je niet klaarkwam gisterenavond,’ zei ze. ‘Normaal gebeurt dat nooit.’
‘Het geeft niet,’ zei ik snel. ‘Is het oké als ik je nu betaal?’
‘Kan het niet morgenochtend? Ik wil nu eigenlijk wel slapen.’
‘Liever niet, maar oké, laten we morgen dan maar afrekenen,’ zei ik. Ik staarde naar het plafond, staarde naar de rimpels en lijnen die de schilders hadden achtergelaten. Of waren het stukadoors geweest? Van mijn nachtkastje pakte ik mijn pocketbijbel. Normaal kon ik door dat boek goed slapen. Nu bladerde en bladerde ik als een krankzinnige, maar mijn rust vond ik niet. Plots hoorde ik een zwaar geluid, alsof iemand in de kamer naast ons stoelen verschoof. Even later keek ik naar Lisa’s mond, hij was open en en bracht diepe geluiden voort. Ik schudde wat met mijn hoofd, wilde lachen en huilen tegelijk. Moeizaam stapte ik uit bed, legde twee briefjes van honderd euro op haar nachtkastje en liep naar buiten. Vanaf het strand zag ik de regendruppels verdwijnen in de zee, ze kletterden onvermoeibaar tegen het water. Vage silhouetten van schepen dreven op de golven. Dezelfde golven waarop meeuwen bijna leken te landen, als straaljagers op vliegdekschepen. Soms wilde ik de zee zijn. De zee hoefde niet te bestaan, dat deden anderen voor hem. Ik pakte mijn applemobiel vast. Haast ritmisch zag ik mijn onderarm van links naar rechts bewegen, schudden. Het mailtje was van de huisarts, of er een reden was dat ik mijn afspraak vandaag gemist had. Vlug zette ik mijn telefoon uit, maar door het getril liet ik hem vallen in het zand. 
‘Godverdomme,’ schreeuwde ik.
 Ik bukte, greep mijn telefoon uit het zand en scrolde met veel moeite naar Janine. Achter haar contactnaam in whatsapp stonden twee hartjes, dat krijg je als je dochters handiger zijn met een mobieltje dan jijzelf. Ik staarde naar Janines profielfoto, een foto waarop zij en ik voor het Colosseum poseerden tijdens onze vakantie, vorig jaar. Janine glimlachte breed, misschien omdat ze het meende. Bij het bestuderen van haar smalle, gerimpelde gezicht en uitpuilende ogen probeerde ik me voor te stellen dat ze die rimpels niet had, dat haar grijze haren zoals vroeger in blonde sliertjes over haar voorhoofd lagen. Ik kneep mijn ogen samen en wilde nog een keer geil worden, van mijn vrouw. Ik voelde aan mijn broek, trof een hoopje zacht vlees aan. Teleurgesteld zoomde ik in op mezelf. Het gezicht van een oude vermoeide man op de foto wiens lippen aan elkaar geniet leken te zijn liet me een beetje schrikken. Zuchtend begon ik aan een appje voor Janine: ben later, veel gedoe op kantoo. Mijn handen voelden als lood toen ik de laatste o intikte. Hoewel ik wist dat de r miste, waren mijn handen te moe om het te verbeteren. Janine reageerde snel: schat, doe eens rustig aan. Je hoeft niet zoveel te werken, zeker niet met jouw conditie. Vergeet je medicijnen tegen het beven niet te slikken. Altijd meedenken, dat was typisch Janine dacht ik, terwijl ze een nieuw bericht aan het typen was. Ik dacht alleen mee met mezelf. Ik ben trots op je, dat je gewoon blijft doen wat je deed, ondanks die klote parkinson, tot later schat. Voorzichtig liep ik het water in, voelde de koude golfjes tegen mijn benen klotsen. Mijn lijf trilde heviger dan normaal.