Het zinderde op de eerste verdieping van de boekhandel. Of het nou bij vertaalde literatuur was of bij het proza van eigen bodem: overal liepen bezoekers nerveus rondjes om de tafels met keurig gestapelde boeken. Ja – zelfs bij de poëziehoek werden mensen gespot. Een bonte verzameling was het: mannen en vrouwen, dikken en dunnen, ouden en minder ouden, rijken en middenklassers, witten en zonnebankgebruinden. De liefde voor het boek oversteeg werkelijk ieder hokje. Zelfs in tijden van polarisatie. Dat was het mooie aan literatuur – nee, het interessante: iedereen herkende zich erin. Iedereen die in de boekhandel was herkende zich erin.

Dit was zo’n dag waarop het kiekje werd gemaakt dat de komende jaren als omslagfoto werd gebruikt op de Facebook-pagina van de boekhandel. Apetrots stond eigenaresse Corina, door iedereen herkend als panellid van een ter ziele gegaan boekenprogramma, op de signeertafel en maakte foto’s. Zowel horizontaal als verticaal. Met flits en zonder flits. Dan zat er altijd iets bruikbaars tussen. En ze maakte een filmpje. Voor TikTok. Misschien dat muziekje van ‘Waar is dat feestje?’ eronder zetten? Dat liet ze aan Hayo, die deed de socials. Zijzelf was meer van de boeken. Dat zei ze ook altijd tegen hem: ik ben van de boeken.

Hayo was een topper. Hij had de komst van de schrijver in etappes aangekondigd. In verschillende posts. Steeds verscheen er een stukje van het lichaam van de schrijver in beeld, ‘dicht op de huid en fragmentarisch als zijn proza’. De trouwe volgers van de boekhandel konden raden wie het was. Ze had moeten grinniken toen iemand bij het jukbeen van de schrijver de suggestie deed dat het een rechterbil was: er zaten allemaal donshaartjes op het jukbeen. Er was ook een Engelstalige dame die zei helemaal nat te worden van de neus van de schrijver, maar volgens Hayo was dat ‘bots’. Dat betekende waarschijnlijk ‘nep’ in de streek waar hij vandaan kwam.

De uiteindelijke bekendmaking vond plaats in wat in Hayo’s dialect een ‘laifstorrie’ heette. Dat kwam neer op een filmpje, rechtstreeks vanuit de negentiende-eeuwse stadswoning van de schrijver in de hoofdstad. Het was natuurlijk leuker geweest als de bekendmaking plaatsvond in de boekhandel, maar de schrijver wilde alleen komen met een kilometervergoeding. Dat kon Corina niet twee keer betalen. Dus had Hayo de auto gepakt en was naar Amsterdam gereden. Hij hoefde geen kilometervergoeding en geen parkeervergoeding, dat vond hij niet chic. Ter plekke had hij Facebook aan Instagram gekoppeld zoals Corina’s lievelingsschrijver het verleden aan de actualiteit, en hij was gaan draaien. Hij was een tovenaar. The Wizard of Oss. Dat vond ze een leuke bijnaam, maar Hayo kwam uit Friesland en de boekhandel stond in Utrecht.

Hayo was kaal en had een volle rosse baard, alsof zijn hoofd was gekrompen en zijn kapsel was afgezakt. Hij was een beetje een einzelgänger, een Weltschmerz-type dat op vakantie vast over uitgestrekte vlaktes uitkeek en aan zijn baard plukte. Bij gebrek aan uitgestrekte vlaktes in de stad verdween hij in zijn apparaatjes. Nu stond hij weer ostentatief te sms’en naast de lege tafel waar de schrijver aan zou schuiven.

Osstentatief. Het lukte Corina even niet om een scherpe foto te maken, omdat haar hand mee schudde van het lachen. Hayo was een topper, maar ook een beetje smoezelig met zijn kreukbroeken en kreukoverhemden. Ze had eigenlijk liever dat hij vandaag op de benedenverdieping was gebleven, bij de graphic novels. Maar dat wilde ze niet vragen, zo iemand was ze niet. Dus had ze maar voorgesteld om vandaag zelf de foto’s te nemen, want mensen die foto’s nemen eisen de aandacht op en die aandacht moest vandaag met al die klanten niet bij Hayo liggen. Hij had zijn stroopnagelige duim opgestoken en gezegd: ‘Stuur de content maar door.’ En zij had gezegd: ‘Ik geef je mijn telefoon wel.’

Deze dag was een hoogtepunt, nu al. Maar Corina rekende zich niet rijk. De mensen die hier ronddwaalden waren immers niet van plan een boek te kopen. Dat hadden ze eerder al gedaan. Niet per se bij boekhandel De/Het Omslag. Misschien wel bij de concurrent. Het boek van de schrijver was immers overal te koop, zelfs in de Albert Heijn. Ze had tegen de caissière daar gezegd: ‘Die schrijver van De geschiedenis hè’ – dat was uiteraard niet de volledige titel, maar bij werkelijk geslaagde literatuur hoefde je maar een deel te noemen, denk aan Het slijmerige of De afgemeten. ‘De schrijver van De geschiedenis, die komt zaterdag bij ons signeren.’ De caissière had haar aangekeken met een mengeling van angst en weerzin. ‘Ons is De/Het Omslag,’ specificeerde Corina. Daarna bleek voor haar maar weer dat er twee soorten mensen zijn: de Zienden, die hun leven doorbrengen in het helende licht van de literatuur, en de Blinden, die hoogstens notie hebben van de schaduw in de grot.

Dat arme meisje zou niet komen. Corina drukte nog een paar keer op het fotoknopje van haar telefoon. Voor hetzelfde geld werd het in jaren niet zo druk meer. Werkelijk iedere klant op de eerste verdieping had dezelfde vuistdikke roman onder de arm. Het werk stond al weken onderaan de Bestseller 60. Dat ze de schrijver had weten te strikken voor een kilometervergoeding mocht een godswonder heten. Ze keek op haar horloge. Hij zou Utrecht toch wel weten te vinden?