Over een zombiefilm en gelukkige getallen is een ontroerend kinderboek over een zieke jongen, een fijne vriendschap, een zombiefilm, over kippen, en ook een beetje over wiskunde. Ik hou normaal helemaal niet van getallen (ik denk dat als ik in mijn tijd [ik word oud, ha] gediagnosticeerd had kunnen worden met dyscalculie, ik zeker dat stempel gekregen had), maar in dit verhaal vond ik de rekensommen een fijne toevoeging.
Ik las dit boek toen ik een aantal dagen samen met mijn vriendin in een yurt verbleef. Het regende veel, en ondanks dat het zomer was, hadden we de houtkachel aanstaan. Het was het perfecte moment om dit ontroerende verhaal tot me te nemen. Ik las en las en was verdrietig toen het voorbij was. Ik moest ook een beetje huilen, omdat het einde zo sip en mooi tegelijk was.
Ik wil eigenlijk niet te veel over het verhaal zeggen, omdat het zo goed was dat ik niets wil verklappen voor een volgende lezer. Het is alles wat je van een kinderboek mag verlangen: het is ontroerend, slim, het verhaal neemt de (jonge) lezer serieus. Het is grappig, maar op een goede manier.
Nadat ik het boek uithad, las mijn vriendin het gelijk diezelfde dag ook. Toen we het allebei uit hadden, knuffelden we heel stevig, en beloofden elkaar dat we het aan iedereen cadeau gaan geven.